Ezechiel 34:28

SVEn zij zullen den heidenen niet meer ten roof zijn, en het wild gedierte der aarde zal ze niet [meer] vreten; maar zij zullen zeker wonen, en er zal niemand zijn, die ze verschrikke.
WLCוְלֹא־יִהְי֨וּ עֹ֥וד בַּז֙ לַגֹּויִ֔ם וְחַיַּ֥ת הָאָ֖רֶץ לֹ֣א תֹאכְלֵ֑ם וְיָשְׁב֥וּ לָבֶ֖טַח וְאֵ֥ין מַחֲרִֽיד׃
Trans.wəlō’-yihəyû ‘wōḏ baz lagwōyim wəḥayyaṯ hā’āreṣ lō’ ṯō’ḵəlēm wəyāšəḇû lāḇeṭaḥ wə’ên maḥărîḏ:

Algemeen

Zie ook: Heiden, Heidenen

Aantekeningen

En zij zullen den heidenen niet meer ten roof zijn, en het wild gedierte der aarde zal ze niet [meer] vreten; maar zij zullen zeker wonen, en er zal niemand zijn, die ze verschrikke.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וְ

-

לֹא־

-

יִהְי֨וּ

-

ע֥וֹד

-

בַּז֙

niet meer ten roof

לַ

-

גּוֹיִ֔ם

En zij zullen den heidenen

וְ

-

חַיַּ֥ת

zijn, en het wild gedierte

הָ

-

אָ֖רֶץ

der aarde

לֹ֣א

-

תֹאכְלֵ֑ם

zal ze niet vreten

וְ

-

יָשְׁב֥וּ

wonen

לָ

-

בֶ֖טַח

maar zij zullen zeker

וְ

-

אֵ֥ין

-

מַחֲרִֽיד

en er zal niemand zijn, die ze verschrikke


En zij zullen den heidenen niet meer ten roof zijn, en het wild gedierte der aarde zal ze niet [meer] vreten; maar zij zullen zeker wonen, en er zal niemand zijn, die ze verschrikke.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!